overig - Oogst (oktober 2012)
Een theologische visie op de controlestaat
Het is een goede christelijke gewoonte om respect te hebben voor de overheid. Maar dat betekent niet dat we kritiekloos moeten toekijken als de staat steeds verder het leven binnendringt. Wat zegt de Bijbel daarover?
Dit artikel staat in een special over privacy en controle.
632 x bekeken- Lees ook: De moderne maatschappij door kunstenaarsogen (Filosofie magazine)
Met onze ogen open gaan we een controlestaat tegemoet. Geen gemene dictator met tanks, maar een welwillende, goed bedoelende overheid die met zachte hand steeds meer over ons privéleven wil waken. De techniek staat aan haar zijde. Denk aan bewakingscamera's die hele stadscentra permanent bewaken. Aan de opslag van de gegevens van onze telefoontjes en emails. Aan de OV-chipgegevens die worden opgeslagen, aan bestanden met biometrische gegevens (d.w.z. digitale lichaamskenmerken) die worden aangelegd en – sinds deze zomer – aan de registratie van alle auto’s die de grens overgaan.
Er is steeds minder vrije ruimte waar we onzichtbaar zijn. Dat doen we voor een deel ook gewoon zelf. We zetten onze meest intieme momenten op facebook, zo veel en zo vaak dat ze nu op basis daarvan nu zelfs telefoons bouwen met automatische gezichtsherkenning. De droom van iedere dictator.
Het doel is veiligheid, beheersing. We willen lastige elementen uit onze maatschappij weren. De opslag van biometrische gegevens, de permanente surveillance van de Europese grenzen (vanaf volgend jaar in werking), dat gebeurt allemaal om ongewenste mensen uit onze samenleving te weren. Deze veiligheid heeft wel een prijs. De prijs van een controlestaat is onvrijheid. Dat vinden we misschien niet erg zolang de overheid onze belangen op het oog heeft. Maar wanneer je buiten het systeem valt - of dat nu komt door een technische fout, een dictator die aan de macht komt of doordat je een ongewenste vluchteling bent - ben je de klos.
We geloven heilig in technologie. Technologie is logisch en efficiënt. Onze samenleving wordt ook steeds logischer en efficiënter. Geordend als een machine, een steeds sterker wordende sorteermachine die bepaalt wie wel en niet mee mag doen. Technologie is macht. En laat dat nu een hoofdthema zijn in de Bijbel.
Tegen de wereldrijken
Die neiging heeft de mens als vanaf het begin, volgens de bijbelschrijvers. Het begint al op pagina 2 van de Bijbel, in de tuin, met een greep naar de macht en de kennis van God, met als doel aan Hem gelijk te worden. Ze bouwen een toren, in Babel, om te bewijzen dat ze alles kunnen bereiken wat ze willen. Ze bouwen muren, stadsstaten en wereldrijken. Ze voeren oorlog en ze onderwerpen volken.
God heeft een ander doel voor ogen. En daarom gaat Hij op weg met een onbeduidende groep slaven die zich nergens op kunnen laten voorstaan. Hij redt ze uit de Egyptische overheersing en wil dat ze anders gaan leven, in shalom. In alles moeten deze nakomelingen van Israël anders zijn dan de volken om hen heen. Een klein voorbeeld: Israëlieten moeten de randjes van de oogst laten staan voor armen en vreemdelingen (Deut. 24). Niks mis met handel en markt, maar er moet altijd een grijze zone blijven voor mensen die erbuiten vallen.
We zien in het Oude Testament dat Israël zijn roeping vergeet, keer op keer. Het volk wil niet afhankelijk zijn van God, maar kiest voor andere machten, zoals afgoden, legers of koningen. En Machten hebben altijd de neiging om zichzelf groter te maken, zegt God als Hij het volk afraadt een koning aan te stellen. Ze willen het toch, en inderdaad: de koning gaat tegen Gods wil in het volk tellen (I Kronieken 21), een staand leger bouwen, ondraaglijke belastingen heffen en meedoen in de gevaarlijke geopolitiek van het Midden-Oosten. Het gevolg is massale deportatie.
In de Bijbel staat vaak dat God het volk hiervoor straft. Maar op veel plaatsen kun je deze 'straf' zien als het logische gevolg van hun handelen, alsof het al ingebakken zit in de slechte systemen die ze aanbidden. Machten keren zich uiteindelijk tegen mensen, en God wil het volk hiervan redden. Interessant om nu alvast te noemen is het merkteken dat Hij mensen wil geven die "jammeren en klagen om de gruwelen van de stad." (Ez. 9:4) Met hen zal God opnieuw beginnen.
Jezus en de autoriteiten
De profeten beloven een gezalfde die Israël zal bevrijden. Wij geloven dat Jezus dat is. Jezus' kernboodschap (Marcus 1:19) is: "het koninkrijk van God is nabij". En dat in een tijd van brute Romeinse bezetting. Eindelijk! Het rijk van shalom, dat de wet en de profeten al hadden voorspeld, dat begint volgens Jezus hier en nu, dwars door het rijk van de wereld heen, met geheel eigen principes. In plaats van overheersing, zoals bij gewone rijken en vorsten, leert Jezus dienstbaarheid (Lucas 22:25). Mensen die worden uitgesloten, staan centraal, en wie wil heersen, zal de ander de voeten moeten wassen.
Het koninkrijk is niet een geestelijk ideaal in de hemel. Het is een rijk dat ook de aarde zal omvatten. Het begint hier. Het is een politiek woord, 'koninkrijk' is hetzelfde als 'rijk' in 'Romeinse Rijk', net zoals woorden als 'redder' en 'evangelie' politieke woorden van de Romeinen waren. Dit rijk vormt een gevaar voor het ‘rijk van de wereld’. Dat rijk wordt bestuurd door ‘de machten’, zegt Paulus. Die zijn evenmin puur geestelijk. Het zijn geen rondvliegende demonen, maar afgoden, ideologieën, structuren, overheden en heersers, die ooit zelf zijn gemaakt, maar demonisch zijn geworden doordat ze als God willen zijn. Ze bouwen hun macht op onze begeerte.
Jezus past daar niet in, Hij luistert er niet naar. Dat maakt hem gevaarlijk, en moet hij dood. Maar dan gebeurt iets wat de hele aarde op zijn grondvesten doet schudden: de dood krijgt geen vat op hem. De echte koning staat op uit de dood. En vanaf dan verliezen de machten terrein, heel langzaam, met heel veel geweld (lees Openbaringen), maar onherroepelijk. Wanneer Jezus ze heeft vernietigd, zal hij het koningschap weer overdragen aan de Vader (I Kor. 15:24).
Gasten
En hier komen wij weer in het verhaal. Wij zitten in deze fase. Aardse rijken en machten en geloofssystemen zijn bezig hun macht te verliezen. Ze zijn uitgewerkt. Dat betekent niet dat wij ze moeten kapotmaken. Jezus strijdt wel tegen ze. Wij moeten ons naar hen voegen, juist omdat we niet geïnteresseerd zijn in eigen macht. We moeten ons gedragen als "gasten en vreemdelingen" (1 Petrus). Maar gasten moeten niet meewerken wanneer hun gastheer slechte dingen doet.
Johannes op Patmos zegt het heel duidelijk: ga weg uit Babylon, oftewel Rome, oftewel het rijk van de wereld, want zij is tegen God en ze zal vallen. Ik geloof niet dat Johannes het alleen over het Rome van toen heeft, maar over alle 'Romes' in de geschiedenis, het rijk van de wereld dus. We mogen nooit meedoen met een rijk dat onrecht doet, hoogmoedig is en afgoden dient. Wij zijn er te gast, dus we moeten ons bescheiden opstellen - maar erbij horen kunnen we nooit.
Volgens Johannes krijgt iedereen die dit rijk steunt, en zo meeprofiteert van het onrecht en de afgoderij, een teken in zijn hand of op zijn voorhoofd. Deze mensen zullen met de stad mee ten onder gaan. Ook hier denk ik dat Johannes het niet alleen over een specifiek teken in het Rome van toen heeft, en ook niet alleen over een chip in onze hand, maar over een mechanisme dat in alle 'Romes' van de wereld aanwezig is. Wereldrijken sluiten mensen uit, dat zit in hun aard. Wij kunnen alleen maar doen wat Ezechiël al zei: zorgen dat we het teken van God krijgen door te protesteren.
Voor mij is dit heel concreet. Ik zie het rijk van de wereld terug in economische en politieke systemen, die met behulp van technologie de wereld steeds meer proberen te beheersen. Maar ze zijn gebaseerd op onrecht. Ik noem maar wat: we kunnen niet meer leven zonder olie die we van dictators kopen, in ruil voor tanks. We kunnen onze welvaart niet behouden zonder het uitsluiten van tienduizenden mensen zonder verblijfsvergunning en niet zonder het dichttimmeren van de Middellandse Zee – ook al verdrinken daar honderden mensen per jaar. Als ik denk aan de enorme gegevensbestanden die de overheid aanlegt over de bevolking, denk ik hieraan.
De Franse socioloog Jacques Ellul schreef de technologie - verweven met overheid en economie - zo groot is geworden dat niemand deze macht nog kan stoppen. Volgens hem kunnen we alleen getuigen, en daarmee 'zand in de machine' zijn. Dat kunnen we volgens mij niet alleen, maar wel samen, als kerk, als gemeenschap. We kunnen allemaal op onze eigen plek getuigen van het goede nieuws en kiezen voor wie wordt uitgesloten. Want dat is ook de plek waar Jezus is, buiten de stadspoort, lezen we in Hebreeën 13. “Laten we dus het kamp verlaten en ons bij Hem voegen.”
P.S.
Ik besef me dat ik de Bijbel met een bepaalde bril lees. Ik denk dat daar goede argumenten voor te vinden zijn. Wie meer wil weten over deze bril, raadt ik om te beginnen de volgende boeken aan:
- Jacques Ellul, Subversief christendom (en eigenlijk alles van Ellul).
- Shane Claiborne en Chris Haw, Jesus for President.
- Bob Goudzwaard e.a., Wegen van hoop in tijden van crisis.
- Walter Wink, Heersende machten. Dat is een samenvatting van zijn bekende trilogie over The powers.
Gerelateerde artikelen
- Tegeltuinen, Jacques Ellul en de invloed van techniek (podcasts)
- Oorlog is hel (Karavaan der Zotten)
- Vrije ruimte uithakken (Karavaan der Zotten)
- Wij weigeren vijanden te zijn (Karavaan der Zotten)
- Nederland volledig vegan: het kán (De Groene Amsterdammer)
Gebruikte Tags: controlestaat, dictatuur, geloof, recht, techniek